Een Jenaplanschool is een leer- en opvoedingsschool. Er wordt meer gedaan dan alleen kennisoverdracht. Peter Petersen (grondlegger van het Jenaplanconcept), stelde dat de mensen, dus ook kinderen, samen met anderen actief worden door vier basisactiviteiten: gesprek, spel, werk en viering. Hij geeft ze opzettelijk in deze volgorde, omdat Petersen van mening is dat de ontwikkeling hierdoor het beste tot uiting komt. |
Werk Tijdens de ochtenduren vinden voornamelijk de instructievakken plaats. Hierbij denken we aan taal, lezen, schrijven, spellen en rekenen. Deze vakken vinden door de hele school zoveel mogelijk op dezelfde tijdstippen plaats zodat de leerlingen op niveau de bijbehorende instructie op kunnen halen, bijvoorbeeld een leerling uit groep 3 die rekent op het niveau van groep 5 kan in die groep de instructie ophalen en zo op zijn/haar niveau worden geprikkeld. Wereldoriëntatie vindt voornamelijk tijdens de middaguren plaats, dikwijls verweven in themaonderwijs en projecten/workshops. Het is erg belangrijk dat kinderen van het begin af aan leren om te gaan met een stuk eigen verantwoordelijkheid. We beginnen klein en dit wordt gedurende de schoolloopbaan uitgebreid. In de kleuterbouw helpt de groepsleerkracht bij het plannen op het planbord, vanaf de onderbouw leren de kinderen hun werk te plannen vanaf een taakbrief. In de bovenbouw leren de kinderen hun weektaak zelfstandig in te vullen en te plannen met behulp van een agenda. Spel Het spel geeft een kind energie en leidt tevens tot een beter concentratievermogen. Ook de sociale component is een belangrijk onderdeel tijdens een spelactiviteit. Verder vraagt deelname aan een spel afspraken en regels die het spel vraagt of welke de kinderen samen opstellen. |
Gesprek Op O.J.S. het Scala vinden de gesprekken zoveel mogelijk plaats in de kring. Tijdens een kringgesprek leren kinderen vragen te stellen. In de kring vindt er een sociaal gebeuren plaats, waarbij het kind belangrijk is. Een kring draagt bij aan inzichtelijk denken, communiceren met elkaar, het stellen van kennis en belevingsvragen, concentratievermogen, sociaal- en emotionele ontwikkeling, het hanteren van gespreksregels. Viering Er zijn vele redenen om te vieren. Het kan een verjaardag zijn, een speciale gebeurtenis, maar ook succeservaringen. Als een leerling iets bereikt heeft of misschien wel een groep leerlingen is dat een reden om te vieren, zelfs kleine successen. Ook van indrukwekkende levenservaringen kun je elkaar deelgenoot maken en elkaar daarin steunen. Kinderen bereiden samen met de groepsleerkracht de viering voor; hierin dragen de kinderen veelal hun ideeën aan en is de groepsleerkracht volgend en sturend. |